Wat is parentificatie?
Het woord parentificatie komt van het Engelse 'parent' (ouder) en 'to parentify' (een kind tot ouder maken). Het beschrijft dus letterlijk het proces waarin een kind de rol van ouder op zich neemt.
Parentificatie betekent dat een kind langdurig en structureel verantwoordelijkheden op zich neemt die eigenlijk bij de ouder horen. Het kind draait de rollen om: in plaats van zelf zorg en steun te ontvangen, geeft het die aan de ouder of het gezin.
Wanneer ontstaat het?
Parentificatie komt niet zomaar uit de lucht vallen. Het ontstaat in gezinnen waar het kind te veel verantwoordelijkheid krijgt voor de ouder of het gezin. Enkele veelvoorkomende situaties zijn:
- Wanneer een ouder fysiek of emotioneel niet beschikbaar is voor het kind.
- Bij echtscheiding of langdurige conflicten tussen ouders.
- Als een ouder kampt met psychische problemen of verslaving.
- Wanneer er ziekte of zorgbehoefte bij een ouder aanwezig is.
- Als het kind zich verantwoordelijk voelt om rust of stabiliteit in het gezin te bewaren.
- Wanneer een ouder bewust of onbewust gevoelens en verantwoordelijkheden bij het kind neerlegt.
Training en coaching
Bekijk onze trainingen gericht op:
- autonomie
- persoonlijk leiderschap
- persoonlijke ontwikkeling
Leerdoelen autonomie
Wat zijn de leerdoelen gericht op autonomie of persoonlijk leiderschap?
Bekijk ze hier!
Waarom doe je dit als kind?
Als kind heb je een diep gevoel van loyaliteit naar je ouders. Je wilt dat het goed gaat thuis en je voelt feilloos aan wat er nodig lijkt te zijn. Vaak merk je dat een ouder overbelast is, verdrietig of boos, en zonder dat iemand het zegt neem jij verantwoordelijkheid. Je past je aan, doet je best om het iedereen naar de zin te maken en hoopt zo waardering of rust te krijgen.
Bij De Steven zien we dit vaak terug in coaching: kinderen die te vroeg volwassen werden, leren dat zorgen voor een ander belangrijker is dan zorgen voor jezelf. Je eigen gevoelens en wensen schuif je opzij, omdat je denkt dat dat beter is voor de situatie. Het patroon lijkt helpend, maar kost veel energie en blijft vaak ook in je volwassen leven doorspelen. Je zegt sneller ja, neemt meer verantwoordelijkheid dan nodig is en vergeet daarbij je eigen grenzen en behoeften.
Welke vormen van parentificatie zijn er?
Parentificatie kan zich op twee manieren uiten: emotioneel of instrumenteel. Bij emotionele parentificatie wordt het kind de steunpilaar van de ouder. Bij instrumentele parentificatie neemt het kind praktische zorgtaken over.
-
Emotionele parentificatie
Hierbij wordt het kind de emotionele steun van de ouder. Denk aan situaties waarin het kind de ouder troost bij verdriet, zich verantwoordelijk voelt voor het geluk van de ouder of de rol van vertrouwenspersoon of mediator tussen ouders inneemt.
-
Instrumentele parentificatie
Het kind doet praktische taken die eigenlijk bij een volwassene horen. Bijvoorbeeld zorgen voor jongere broers of zussen, het huishouden draaien of zelfs administratieve zaken regelen.
Destructieve en constructieve parentificatie
Niet elke vorm van zorgen voor je ouder is meteen schadelijk. Soms helpt het om even bij te springen, bijvoorbeeld in een periode van ziekte of verdriet. Dat kan een kind juist sterker maken: het leert meevoelen en verantwoordelijkheid nemen zolang de ouder daarna de zorg weer terugneemt. Dit noemen we constructieve parentificatie.
Het wordt destructief wanneer het kind structureel verantwoordelijk wordt gemaakt voor het welzijn van de ouder. De rollen draaien om: het kind zorgt, troost en regelt, terwijl de ouder geen verantwoordelijkheid meer neemt voor eigen gevoelens en behoeften. Het kind leert dat zijn of haar eigen emoties er niet toe doen. Dat is belastend en kan op de lange termijn veel invloed hebben op zelfbeeld, grenzen en relaties.
De ouderrol en kindrol volgens transactionele analyse
Binnen de transactionele analyse onderscheiden we de ouder-, volwassen- en kindrol. Bij parentificatie schuift een kind vaak onbewust naar de ouderrol. Het gaat zorgen, regelen en beslissingen nemen die eigenlijk niet bij zijn of haar leeftijd passen. Tegelijk kan het gebeuren dat een ouder juist in de kindrol terechtkomt: hulpeloos, emotioneel afhankelijk of niet in staat om verantwoordelijkheid te nemen.
Dit rolpatroon versterkt de parentificatie. Het kind voelt zich nodig en blijft geven, terwijl de ouder onvoldoende leiding en steun biedt. Het evenwicht raakt zoek: het kind draagt een last die te groot is. Later in het leven zie je vaak dat deze volwassenen moeite hebben met grenzen, te veel verantwoordelijkheid nemen en zichzelf wegcijferen, omdat ze van jongs af aan hebben geleerd dat zorgen voor de ander voorrang heeft.
Lisa, het meisje dat voor haar depressieve moeder zorgde
Lisa was tien jaar en woonde samen met haar moeder en jongere broertje. Haar moeder was vaak somber en lag veel op bed. Lisa maakte ontbijt, zorgde dat haar broertje op tijd naar school ging en probeerde haar moeder op te vrolijken. Ze dacht: als ik maar lief ben en mijn best doe, gaat het beter met mama.
Door deze rol voelde Lisa zich belangrijk en nuttig, maar ze vergat wat zij zelf nodig had. Ze leerde al jong dat haar gevoelens minder telden en dat zorgen voor de ander belangrijker was dan zorgen voor zichzelf.
Parentificatie als overlevingsmechanisme
Parentificatie kan een overlevingsmechanisme worden in een gezin waar spanning, chaos of machteloosheid de boventoon voert. Een kind voelt haarfijn aan dat de ouder het niet redt, fysiek, emotioneel of mentaal. Er wordt niets gezegd, maar vanbinnen klinkt een stem: als ik niets doe, gaat het mis.
Zorgen wordt een manier om grip te krijgen. Het kind voelt zich even nuttig, iets minder angstig. Soms krijgt het zelfs complimenten: Wat ben jij toch een grote hulp. Maar achter dat schijnbaar onschuldige compliment schuilt een schrijnend verhaal van eenzaamheid en overbelasting.
Neem Nadia, twaalf jaar, die opgroeit met een moeder die door angststoornissen nauwelijks de deur uitkomt. Nadia regelt boodschappen, schrijft brieven en zorgt dat haar jongere zusje op tijd op school komt. Voor de buitenwereld lijkt ze een zelfstandige en verantwoordelijke tiener. Vanbinnen is ze doodmoe en bang om haar moeder in de steek te laten. Ze heeft zichzelf aangeleerd dat ze pas waardevol is als ze voor anderen zorgt.
Dit is een patroon dat langzaam maar zeker in het zelfbeeld van het kind wordt gegrift: ik mag er zijn als ik sterk ben, als ik geef, als ik red. Het eigen gevoel doet er niet meer toe. Het gevolg is vaak zelfverwaarlozing, die pas jaren later zichtbaar wordt in de vorm van burn-out, depressie of diepgewortelde gevoelens van leegte.
Wil je hier meer over lezen? Bekijk dan ook mijn artikel over coping en overlevingsstrategieën.
Wat zijn de gevolgen op latere leeftijd?
Parentificatie kan diepe sporen nalaten. Volwassenen herkennen vaak:
- Een sterk verantwoordelijkheidsgevoel en altijd zorgen voor anderen.
- Moeite met grenzen stellen: nee zeggen voelt als verraad.
- Perfectionisme en controledrang: alles moet goed gaan.
- Geen goed contact met eigen behoeften.
- Kans op burn-out of uitputting.
Al vroeg oud: vaak veel te vroeg
Johan is de oudste van vier kinderen. Toen hij tien jaar oud was, overleed zijn vader plotseling. Vanaf dat moment veranderde zijn leven volledig. Zijn moeder had haar handen vol aan rouw en het runnen van het huishouden. Johan voelde dat hij de verantwoordelijkheid moest overnemen. Hij bracht zijn jongere broertjes en zusje naar school, hielp met koken en probeerde zijn moeder te troosten als zij het moeilijk had.
Hoewel niemand het hem expliciet vroeg, voelde Johan dat hij sterk moest zijn. Zijn eigen verdriet stopte hij weg, want hij wilde zijn moeder niet nog meer belasten. Het gevolg was dat Johan veel te vroeg volwassen werd. Op school leek hij een modelleerling, maar vanbinnen worstelde hij met gevoelens van eenzaamheid en verantwoordelijkheid die te groot waren voor zijn leeftijd.
Dit voorbeeld laat zien hoe parentificatie kinderen dwingt om op jonge leeftijd volwassen taken en emoties te dragen. De prijs is hoog: hun eigen kind-zijn raakt op de achtergrond en ze verliezen contact met hun eigen behoeften en gevoelens.
Hoe herken je parentificatie in jezelf?
Stel jezelf vragen als:
- Had ik het gevoel dat ik er moest zijn voor mijn ouder?
- Voelde ik me schuldig als ik iets voor mezelf deed?
- Was ik als kind al wijzer dan mijn leeftijd?
- Werd er vaak op mij geleund bij problemen thuis?
Jezelf kwijtraken door parentificatie
Parentificatie kan ervoor zorgen dat je langzaam maar zeker de verbinding met jezelf kwijtraakt. Je leert al jong dat jouw eigen gevoelens en behoeften er minder toe doen. Je past je aan aan wat de ander nodig heeft en vergeet wie jij zelf bent. In mijn e-book Jezelf kwijtraken en hervinden beschrijf ik hoe mensen door gebeurtenissen of opgelegde verwachtingen innerlijk vervreemd kunnen raken van zichzelf. Je leeft op de automatische piloot, met een hoofd vol verplichtingen en een hart dat te weinig gevoed wordt. Vaak merk je pas veel later, soms pas in een crisis of burn-out, dat je jezelf kwijt bent geraakt. Herstel begint bij erkenning, bij het loslaten van onjuiste zelfbeelden en verwachtingen en opnieuw leren voelen wat jij nodig hebt.
Hoe kun je herstellen van parentificatie?
Herstellen van parentificatie is geen snel proces. Het begint met erkennen wat er gebeurd is: beseffen dat je als kind verantwoordelijkheden hebt gedragen die niet bij je leeftijd pasten. Veel volwassenen merken pas in een burn-out, depressie of relatiecrisis dat ze zichzelf jarenlang zijn voorbijgelopen. Het vraagt moed om terug te kijken en eerlijk te zien hoe je patronen zijn ontstaan.
Herstel betekent opnieuw leren voelen wat jij nodig hebt. Vaak heb je jarenlang vooral gefocust op de behoeften van anderen, waardoor je niet meer goed weet wat jij zelf wilt of voelt. Dat vraagt oefening: stilstaan bij je emoties, ontdekken waar je grenzen liggen en leren dat je nee mag zeggen zonder je schuldig te voelen.
Therapie of coaching kan helpen om oude overtuigingen los te laten, zoals “ik ben pas waardevol als ik voor anderen zorg”. Samen met een professional kun je onderzoeken welke patronen je nu nog beletten om jezelf ruimte te geven. Het gaat niet alleen om inzicht, maar vooral om nieuwe ervaringen opdoen waarin je wél kiest voor jezelf.
Belangrijk is ook het opbouwen van gezonde relaties waarin geven en ontvangen in balans zijn. Je leert opnieuw vertrouwen dat je niet altijd sterk hoeft te zijn en dat anderen ook voor jou kunnen zorgen.
In mijn e-book Jezelf kwijtraken en hervinden beschrijf ik uitgebreid hoe je kunt ontdekken wie jij bent, los van de verwachtingen die ooit op je gelegd zijn. Het gaat om jezelf terugvinden, jezelf leren waarderen en opnieuw leren leven vanuit je eigen behoeften en verlangens.
Patronen ontwikkeld in je jeugd
De patronen die je als kind ontwikkelt, zijn vaak overlevingsstrategieën. Je deed wat nodig was om je staande te houden in een moeilijke situatie. Misschien leerde je altijd te zorgen voor anderen, jezelf weg te cijferen, conflicten te vermijden of alles onder controle te houden.
Deze patronen boden vroeger veiligheid, maar als volwassene werken ze vaak tegen je. Je blijft te veel verantwoordelijkheid nemen, kunt moeilijk grenzen stellen en hebt moeite om je eigen behoeften serieus te nemen.
Wil je hier meer over weten? Lees dan mijn artikel over patronen en overlevingsstrategieën.
Youssef, de slimme zoon in een Marokkaans gezin
Youssef groeide op in een Marokkaans gezin in Nederland. Zijn ouders spraken nauwelijks Nederlands en konden amper lezen en schrijven. Youssef was een intelligente jongen en had snel door hoe dingen geregeld moesten worden. Al op zijn elfde vulde hij formulieren in voor de huurtoeslag, hielp hij met brieven van instanties en deed hij zelfs de aangifte inkomstenbelasting voor zijn ouders.
Niemand vroeg het hem expliciet, maar Youssef voelde dat zijn ouders op hem vertrouwden. Hij nam deze verantwoordelijkheid zonder erbij stil te staan dat hij daarmee een rol vervulde die eigenlijk voor volwassenen bedoeld is. Het gevolg was dat Youssef zich al jong volwassen voelde en de zorg voor zijn ouders op zich nam, terwijl hij zelf nog een kind was.
Veelgestelde vragen – FAQ
Hier tref je enkele aanvullende veelgestelde vragen.
Wat zijn signalen dat je nog steeds last hebt van parentificatie?
Je merkt dat je vaak de zorg voor anderen op je neemt, moeite hebt met grenzen stellen of je snel schuldig voelt als je iets voor jezelf doet. Ook perfectionisme, controledrang en overmatige verantwoordelijkheidsgevoelens zijn signalen.
Hoe kan parentificatie je relaties beïnvloeden?
Volwassenen die geparentificeerd zijn, hebben vaak de neiging meer te geven dan te ontvangen. Ze voelen zich verantwoordelijk voor het welzijn van hun partner, vrienden of collega’s, wat kan leiden tot scheve verhoudingen en afhankelijkheidsrelaties.
Wat is het verschil tussen loyaliteit en parentificatie?
Loyaliteit aan je ouders is gezond en hoort bij elke ouder-kindrelatie. Bij parentificatie gaat loyaliteit een stap verder: het kind offert zichzelf op om de ouder emotioneel of praktisch te ondersteunen, vaak ten koste van zichzelf.
Hoe herken je destructieve coping bij jezelf?
Destructieve coping herken je aan patronen zoals pleasen, jezelf wegcijferen, altijd ja zeggen of voortdurend verantwoordelijkheden op je nemen die niet bij jou horen. Het voelt alsof je pas waardevol bent als je voor anderen zorgt.
Welke rol speelt coaching of therapie bij herstel?
Een coach of therapeut helpt je inzicht te krijgen in oude patronen, je eigen behoeften te ontdekken en stap voor stap te oefenen met grenzen stellen. Het doel is dat je opnieuw leert kiezen voor jezelf en gezonde relaties opbouwt waarin geven en ontvangen in balans zijn.
Kan parentificatie uit je jeugd op latere leeftijd zorgen voor gevoelens van boosheid of verdriet?
Ja, dat gebeurt vaak. Wie als kind te veel verantwoordelijkheid droeg, voelt zich als volwassene soms boos of verdrietig over wat hij of zij gemist heeft. Boosheid kan ontstaan omdat je nooit écht kind hebt kunnen zijn en taken moest dragen die niet bij je leeftijd pasten. Verdriet komt vaak voort uit het besef dat jouw eigen behoeften jarenlang op de achtergrond hebben gestaan.
Veel volwassenen ervaren deze gevoelens pas later, bijvoorbeeld tijdens een burn-out, een relatiecrisis of wanneer ze zelf kinderen krijgen. Dan pas wordt zichtbaar hoeveel van hun eigen jeugd in het teken stond van zorgen voor een ander. Het erkennen van deze gevoelens is een belangrijke stap richting herstel: je hoeft niet langer sterk te zijn of alles te dragen. Je mag rouwen om wat je hebt gemist en leren dat jouw gevoelens er wél mogen zijn.
Coping
Dit artikel schreef ik in de serie over coping.Auteur
Dit artikel is geschreven door Jan Stevens. Jan Stevens is eigenaar en oprichter van De Steven training & coaching (www.desteven.nl). Op deze website tref je meer dan 2000 blogs over persoonlijke ontwikkeling, loopbaan, leiderschap, teamontwikkeling, hoogsensitiviteit en hoogbegaafdheid.